Jaarbeurslaan 17 bus 21, 3600 Genk info@certafin.be

Loss carry back in de vennootschapsbelasting

Op 1 juli dit jaar werd de loss carry back ingevoerd. Zowel voor vennootschappen als voor natuurlijke personen. De benaming is misleidend: u trekt het verlies van dit jaar niet echt af van de winst van vorig jaar. Neen, u gaat terug naar vorig jaar en u legt daar een belastingvrije reserve aan. En de kunst is het juiste bedrag te reserveren.

Een zeer technisch verhaal

De loss carry back is zeker niet zo simpel als het lijkt. Vanuit fiscaal oogpunt moet u, in uw aangifte over de inkomsten van 2019, een bedrag (uw geschat verlies) overboeken van een belaste reserve naar een vrijgestelde reserve.

Eenvoudig gesteld: u heeft in 2019 een belastbare winst van 1.500. U plande om 500 uit te keren als dividend, en 1.000 over te boeken naar een belaste reserve.
Maar dan kwam corona en u wil nu de loss carry back toepassen. U schat het verlies van 2020 op 750.
Stap 1: u mag geen dividend uitkeren. Dat is een voorwaarde voor deze maatregel.
Stap 2: u boekt van de belastbare reserve van 2019, 750 over naar een vrijgestelde reserve. U heeft dan in 2019 als belastbare winst: 500 van het dividend dat u nu ook moet reserveren, en 250 van de reeds voorziene belaste reserve. Uw vrijgestelde reserve bedraagt 750.

Voor uw aangifte in 2021 (over inkomsten 2020) boekt u zoals verwacht een verlies van 750. Maar de vrijgestelde reserve wordt nu belastbaar. Die twee compenseren elkaar. En zo heeft u mathematisch inderdaad het verlies van 2020 al afgetrokken van de winst van 2019.
Zou het verlies nog groter zijn (bijvoorbeeld 900), dan gaat de belastingvrije reserve er voor zorgen dat u over inkomsten 2020 nog slechts 150 (900 - 750) aan aftrekbaar verlies heeft.
Maar als uw verlies kleiner is, dan betaalt u belastingen op het positieve verschil, plus een soort boete omdat u de belastingen laattijdig doorstort.

Boekhouding

De overdracht van de belaste naar een vrijgestelde reserve moet u niet in de boekhouding opnemen. Het is geen boekhoudkundige verrichting maar een puur fiscale. Daarom moet u ook een opgave 275 COV toevoegen aan de aangifte zodat de fiscus de fiscale samenstelling van uw reserves beter kan opvolgen.

Boekhoudkundig moet u trouwens ook een raming maken van de belastingen die u zal moeten betalen. Omdat u voor boekjaar 2019 een deel van de belaste reserves naar een vrijgestelde reserve zal overbrengen, is de kans groot dat uw raming veel te hoog is. Toch moet u die raming niet herzien in de jaarrekening.

Van 29,58% naar 25%

U herinnert zich wellicht nog dat de tariefverlaging één van de pijlers van de hervorming vennootschapsbelasting van 2017 was. Het tarief over inkomsten van 2019/aanslagjaar 2020 is 29,58% terwijl het voor 2020 gelijk is aan 25%.

Betekent dit dan dat u verliezen van 2020 aan een hoger tarief kan aftrekken (nl. aan het tarief van inkomsten 2019)? Neen. En om dat te realiseren moet u in de aangifte van inkomstenjaar 2019 het voordeel van de tariefverlaging via de verworpen uitgaven toevoegen aan de winst van 2020. Bij een situatie waar het tarief simpelweg daalt van 29,58% naar 25% is dat voordeel gelijk [(29,58% - 25%): 25% = 18,32%]. Dit tarief past u toe op de vervroegde verliesaftrek en voegt u toe als verworpen uitgave. Op die verworpen uitgave betaalt u dus 25% belasting, en zo compenseert de fiscus meteen het voordeel van de tariefverlaging. Maar als uw vennootschap recht had op een verlaagd tarief, dan wordt de berekening van het voordeel al behoorlijk moeilijk.

Geen overschatting

Het moeilijkste punt is wellicht de correcte raming van het verlies dat u zal lijden.
U moet vandaag dus ramen hoe groot uw verlies zal zijn op het einde van het boekjaar. Wat de coronaschade was van de voorbije maanden, dat bedrag kent u wellicht. Maar wat met de komende maanden? Komt er een inhaalbeweging of niet? Zal de pandemie ook in het laatste kwartaal nog stokken in de wielen steken?

In geval van overschatting zal u in de personenbelasting een belastingvermeerdering ondergaan die kan oplopen tot 18% en in de vennootschapsbelasting zelfs tot 40% (het laagste tarief is 2%) . Het toepasselijk tarief is afhankelijk van de mate waarin u het verlies overschatte. Er is wel een tolerantie van 10%.

Voorafbetalingen en aftrekposten

Omdat u door de loss carry back in 2019 minder belastingen zal betalen dan voorzien, heeft u wellicht ook te veel voorafbetalingen gedaan. Die kan u versneld terugkrijgen.
Maar anderzijds moet u ook kijken naar uw voorafbetalingen in 2020. Heeft u al rekening gehouden met een mogelijk verlies? Heeft u er dan ook rekening mee gehouden dat u, door de loss carry back misschien toch veel meer belastingen zal betalen dan verwacht?

Ten slotte moet u er ook nog rekening mee houden dat u door een verlaging van de belastbare winst van 2019, eventuele aftrekposten mist. In de personenbelasting denken we aan het pensioensparen of andere belastingverminderingen. Maar we kennen ook aftrekposten in de vennootschapsbelasting: bijvoorbeeld de investeringsaftrek en de overgedragen investeringsaftrek. Door de verlaging van de belastbare winst in 2019, riskeert u die te verliezen.

De loss carry back is dus niet noodzakelijk de wonderoplossing. Het is vooral een kwestie van “nauwkeurig” berekenen van de voordelen en de nadelen van uw best mogelijke inschatting van een toekomstig verlies.

Omdat het model van het aangifteformulier voor zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting al vastlagen, moet de carryback aangevraagd en gemotiveerd worden in een apart formulier dat sinds eind augustus beschikbaar is.

We gebruiken cookies om uw taalvoorkeur bij te houden en surfervaring op deze website gemakkelijker te maken. Meer weten[OK]